Author: advanderveen56

Camino Wayside black frame

Camino Wayside Press Misc.

Er zijn mensen die niet hoog van de toren blazen, maar die over een heel krachtige bescheidenheid beschikken.Op zijn 35e album ‘Camino Wayside’ is dat zeker ook te horen. Door zichzelf gepokt en gemazeld in het schrijven van folk-blues-americana-countryrock songs is de op 21 september 1956 in Hilversum geboren Ad Vanderveen niet blijven steken in een stramien. Hij heeft zijn stramien niet uitgehold. Hij heeft zijn stramien verdiept.
Dit album? Een zoveelste zich onderscheidende rijpe vrucht aan dezelfde boom waar de boom alleen maar mooier van wordt.
Ronald Valstar – Real roots Café, NL
—————–

Een mooi album met prachtige, vooral akoestische, muziek, uitstekend gezongen en gemusiceerd.
Harry Radstake – Bluestown, NL
——————

Vanderveen bezingt meer dan ooit dat het draait om wat Nescio’s Japi ‘versterven’ noemde, want het kiezen van een bestemming dwingt je ertoe die kant ook inderdaad uit te gaan. In ‘Old Camino Road’ zingt hij dan ook hoe de eigenlijke reis er niet een is die je met je voeten maakt maar een innerlijke en in het afsluitende ‘Too Many Words’ dat woorden het zicht wegnemen op hetgeen waarom het gaat.
Paradoxaal genoeg maakt Vanderveen in deze songs in muziek en teksten zijn filosofie juist heel duidelijk. Zo betoont hij zich een middelaar tussen het leven van A naar B en het hogere.
Ruud Heyer – Kippenvel, NL
——————–

A mature voice, he achieved authentic folk songwriting in the autumn of his life. This album, just released, perfectly frames his line as a delicate and fascinating performer. Part of the album was conceived in places of inspiration such as the Spain of Santiago de Compostela and the hills of the island of Samos where Pythagoras worked. Ad’s writing is wise and quiet, full of scents and calm singing.
Francesco Caltagirone – Buscadero, IT
———————-

Though Dutch by birth and heritage, his music is steeped in Americana, and with nearly 40 albums to his credit, it’s clear he not only knows his way around a melody but wholly adept at sharing songs that are enticing and entrancing in equal measure. His new album, Camino Wayside, is no exception, and if anything, it finds Vanderveen more fully immersed than ever into in the roots of storied American musical tradition.
Lee Zimmerman – Goldmine, US
———————-

Ook bij de nieuwe (36ste!!) plaat van Ad Vanderveen vraag je jezelf af: waarom is deze man niet wereldberoemd, waarom plengen geen duizenden mensen een traantje bij ‘Old Camino Road’ (‘the search is over and the work is done’), waarom smeekt Neil Young niet om een gastoptreden bij de man die diens ‘Trasher’ tot nieuw leven brengt? Waarom huiveren geen legioenen mee met de ingehouden krachten van ‘Some Kinda Blues’ en de getokkelde puzzel in de akoestische nummers, veelal met filosofische textuur? Wij weten het niet, en Ad Vanderveen ook niet.
Herman Veenhof – Nederlands Dagblad, NL
———————-

Ad Vanderveen voldoet weer aan de verwachting in meerdere opzichten. Zijn traditionele voorjaarsrelease, een goed beluisterbaar album met de gekende ‘Vanderveen sound’ en een plaat waarbij niet zomaar wat losse nummertjes bij elkaar geveegd zijn, maar eentje die je toch weer thematisch kunt noemen. Je kunt Camino wayside geen zuiver introspectief album noemen, maar Vanderveen stelt vragen die hij (deels) zelf beantwoordt. Een existentieel plaatje.
Marius Roeting – New Folk Sounds, NL
———————–

Op Camino Wayside toont Van der Veen wederom zijn veelzijdigheid en speelt zelf gitaar, mandoline, banjo, piano. Met het korte akoestische en haast verstillende ‘Too Many Words’ sluit Van der Veen dit album af. Camino Wayside zal niet tot opschudding leiden, waarschijnlijk geen grote hit opleveren maar het is wel een fijn luisteralbum geworden. Veel luisterplezier!
De Muziekplank, NL
————————

Vanderveen’s style has always stood out for a clear folk and country rock approach that draws heavily from the season of the great singer-songwriters of the Seventies, from the sounds of the West Coast, from certain auteur country, carrying in the heart the lessons of Bob Dylan, Townes Van Zandt and Neil Young.
Davide Albini – Rootshighway, IT
—————————

We leerden Ad Vanderveen waarderen als een voortreffelijk muzikant met een verhalend repertoire dat tot ver buiten de grenzen van zijn Nederlandse heimat reikt. Of het nu door ruig rockende  gitaren ondersteund wordt of meer subtiele akoestische snaarakkoorden betreft. Vanderveen weet de luisteraar telkens te raken.
Camino Wayside, de zesendertigste episode in het oeuvre, toont andermaal de veelzijdigheid van Ad Vanderveen.
Cis van Looy – Written In Music, NL
————————–

Camino Wayside is weer een prachtig gevarieerd album, deels rustige mooie liedjes waar na de donkere dagen gelukkig alweer een heerlijk lentezonnetje doorheen schijnt. Maar ook wat meer uptempo songs zoals het Dylaneske Nothingness is All, maar hij waagt zich ook aan een heerlijke versie van Neil Young’s Thrasher met een lekkere gruizige gitaar erin. Daarmee laat hij weer zien dat Ad Vanderveen altijd weer garant staat voor een mooie mix van prachtige akoestische songs maar ook nog steeds af en toe lekker kan rocken.
Sandra Zuidema – Lucky Dice, NL
—————————

One of Holland’s finest musical exports, Ad Vanderveen offers universal inspiration. True to  form, his new album rings once again with verve and variety. It’s long past time those unknowing come to discover what his fans and admirers have realized all along. Ad Vanderveen’s gift comes with his giving.
Lee Zimmerman – Writer/Reviewer/Scribe (Goldmine, No Depression, American Songwriter)
—————————-

Ad Vanderveen just keeps going; his productivity knows no bounds. Now there is Camino Wayside, the result of his musical journey of discovery through Greece and Spain where he laid the foundation for this new (36th?) album. And it is once again a magnificent record, because the Dutch cousin of Bob Dylan and Neil Young is not capable of making bad music. Here he is mainly the folk singer, and the wild electric guitar adventures are largely absent. Until the end, because he closes the album with a rocking version of Trasher, a song by the man to whom he is so often compared, Neil Young. A beautiful ending to a very successful record.
Klanderman Promotion, NL

The Radz Unplugged Sessions

Coming to your YT theater soon and up on our VIDEO page now:
The Radz Unplugged Sessions – 9 acoustic songs in a heartfelt solo performance. Filmed by Benjamin Vanderveen at Roots a.d Zaan concert venue / former church de Wormerveerse Vermaning, The Netherlands.

Tracklist:

Crazy Dreams
Act Of Love
See What Love Can Do
Castles
I Was Hank Williams
Music Of The Spheres
Calm Before The Storm
Denver Nevada
Too Many Words

Soundtrack via https://advanderveen.bandcamp.com and on select streaming platforms.

Preview:https://advanderveen.com/wp-content/uploads/2025/04/radz-unplugged-trailer-2.mov

Greetings From Grolloo AV & O’Neils 2CD

Indie label RADZ records announcement:

A very limited edition brand new Radz Records 2CD release will see the Light of Day (to paraphrase an Ad Vanderveen song performed here) this coming April. Folk it ain’t, but what are labels, anyway?

Ad Vanderveen & The o’Neils were on electric fire 18 December 2004: trust me, this is an absolute killer rock album.

Greetings From Grolloo 2004, a 2CD numbered digisleeve album (with sleevenotes by Ad) will be released two decades on, on 11 April, when Ad plays Roots aan de Zaan in Wormerveer with his acoustic Trio.

Strictly limited to 100 copies: the image below is the back cover with the track list: note the seriously extended jams there. To those who cannot attend the 11 April show but want to order the CD: please email rootsaandezaan@gmail.com

Camino Wayside review Goldmine Magazine – by Lee Zimmerman

Suffice it to say Ad Vanderveen may well be the best singer/songwriter sorely in need of recognition on this side of the Atlantic. Though Dutch by birth and heritage, his music is steeped in Americana, and with nearly 40 albums to his credit, it’s clear he not only knows his way around a melody but is wholly adept at sharing songs that are enticing and entrancing in equal measure.

His new album, Camino Wayside, is no exception, and if anything, it finds Vanderveen more fully immersed than ever into in the roots of storied American musical tradition. “See What Love Can Do” quotes Woody Guthrie by interspersing verses from “This Land Is Your Land,” while “Nothingness Is All” boasts an unmistakable Dylanesque tone and timbre. So too, “Nothing Written In Stone” would make a nice companion piece for Willie Nelson’s “On the Road Again.” That’s not to say his songs don’t stand out on their own, because indeed they do.

Also of note, the recently released Greetings From Grolloo, a live effort featuring the Iain Adventure, an on again-off again collaboration with Iain Matthews. Those in search of supply melodies and soothing sentiments would be well advised to give both albums a well-deserved listen.

Camino Wayside (p)review

Ad Vanderveen is an artist whose music relays common themes, specifically, emotions and feelings that everyone, regardless of where life has taken them, can easily understand and relate to. His songs are soothing and yet engaging, flush with easily accessible melodies and sounds that ring with both passion and perseverance. 

His new album “Camino Wayside” is no exception, and boasts two very diverse examples in particular. One, titled “Nothingness Is All,” finds Ad take a jaunty, down-home country approach, flushed out with a hint of Dylan-esque delivery. Another, “Old Camino Road,” is a tender, touching reflection on life’s journey itself, shared with reflection and resolve:

“You gotta find your freedom, when you lose the load…”

One of Holland’s finest musical exports, Ad Vanderveen offers universal inspiration. True to  form, his new album rings once again with verve and variety. 

It’s long past time those unknowing come to discover what his fans and admirers have realized all along. Ad Vanderveen’s gift comes with his giving.

Lee Zimmerman – Writer/Reviewer/Scribe (Goldmine, No Depression, American Songwriter)

Camino Wayside

Camino Wayside – Ad Vanderveen.

Spain and Greece were the scenes for laying the groundwork of a surprise album in summer 2024, when songwriter-singer Ad Vanderveen took a guitar, a field recorder and some microphones to accompany him on his musical adventures.

Intending to make some sonic souvenirs and writing demos, the songs flowed one into another and took place and shape just playing for fun in inspiring environments, giving these recordings something that wouldn’t happen in a studio.

As Ad tells it:

We were asked to play in San Sebastiàn, Spain in spring ’24 and struck up a friendship with the promoters there, who then invited us to stay at their house in the summer. It was a place with one side overlooking the ocean and the other the Camino de Santiago, the famous pilgrim route. I had always been curious about the Camino and every day I would sit and play watching the pilgrims walk by, backpacks and all, headed for their destination. 

I was thinking about when you have a destination the search is over and the work begins, putting in the miles. Not knowing where you’re going is the hardest part of a spiritual journey. And although I don’t have that many miles to walk myself I could relate to them, only it’s a camino within that I’m on. 

I would talk to some pilgrims and walk with them a while and it transpired into a song called ‘Old Camino Road’. 
I made a recording of it in a room with nice acoustics and a scenic view. Listening back I thought it had a special feeling and sound and I decided that I should record my other new songs in there as well.

When I was finished by the end of our stay I felt that there was something special about the unity and atmosphere of this group of songs. We took it to the studio and did some dubs like harmony vocals, an old Spanish guitar, bass, percussion, electric guitar, cello, piano, and banjo.

Two more songs were added to the selection, the serene ‘Music Of The Spheres’ , written on Samos island in Greece earlier in the summer – and a gritty electric version of the Neil Young song ‘Thrasher’ . This gives the record an arc ranging from intimate acoustic to rocky electric, a contrast that’s always been with me.

The result is that I find myself with an album that happened sooner than I had time to think. The previous one ‘ Rise In Love’ was much more elaborate and is still making the rounds, but this one overtook it by surprise. 

Well, the Muse won’t wait and when it comes knocking I have to answer, that’s how I’ve always lived my life and I’m very happy to keep following that.”

Camino Wayside will be released on jan 31 2025. Stay tuned for details.

Camino Wayside black frame

Camino Wayside Ad Vanderveen – Song by song

1 Catch Lightning 

When the atmosphere is charged you can feel it. When you reach up it can come crashing down. That’s how it felt at the beginning of this record.

2 Old Camino Road

I was always curious about the Camino de Santiago in Spain and by chance ended up staying at a house situated right on it. This song came from watching the pilgrims walk by and talking to some of them.

3 Crazy Dreams

Doing what I do went against how I was brought up. I was supposed to head for the world of establishment, whatever that meant. I often felt foolish and uncertain about pursuing a professional musical life but there was a strong dream. I thought I stood a chance to live it and I ‘m grateful that I did.

4 See What Love Can Do

A social commentary as a variation on Woody Guthrie’s song. I was with some Ukrainian people who fled to my country and this is what I thought and felt.

5 Act Of Love

My dad and I were not on speaking terms when he died. He disagreed with my choices in life and had harsh words to say about it.
But when I was young he brought me a guitar from Mexico, I don’t remember ever moving it but somehow it has stayed with me until now. I picked it up the other day and remembered that as an act of love.

6 Nothingness Is All

Blowing bubbles is a great metaphor. It appears as reality while it lasts. Inside is the same as outside. There’s only a thin film that makes it look separate, until it bursts.

7 Music Of The Spheres

The great mystic Pythagoras spoke of this music that is audible in the cosmos. He was born on the island of Samos where I wanted to record this in the foothills of the mountain where he once practised it.

8 Nothing Written In Stone

Music is always in motion, it’s hard to say what the definitive version of a song might be.

9 Some Kinda Blues

This started out as a kind of trance chord progression in a bluesy vein. Words filled themselves in improvising along. 

10 Thrasher

I went to Neil Young’s news page and it was black for some time. It gave me a shock and I thought he had left his favorite planet. I wanted to pay tribute and was happy to do it while he’s alive. An electric version of this song didn’t exist as far as I knew.

11 Too Many Words

Self explanatory. Words only go so far. Fortunately there’s music.

AV on recording

Like writing, recording is a miraculous and fascinating thing. It’s a process that builds from the ground up every time, with no standard situations or routines to start from. What will work at one time may not at another, you never step into the same river twice, as the saying goes. 

When I look back, each time has been unique and different, and with trial and error you work towards that feeling of capturing something special, something magical to your ears.
It can stand or fall with a particular microphone, instrument, location, room, position, or mindset, there’s so many variables that a satisfying result depends on. And there’s no telling in advance.

There are engineers and producers that probably know all about these things and have a sure-fire way of going about it in studios. But for me that is not always within reach, and when it is I’m not always impressed. 

I started learning to help myself to record my songs a long time ago. Thinking about it, it goes back to when I was a kid, working a tape deck in sound on sound mode, bouncing tracks until they drowned in hiss. All for a strange hunger to hear my songs through my ears instead of only in my head. Then followed years and years of being in and out of many bands and studios.

Later, I got a side job in a major recording studio where I learned about microphones and rooms and positioning. And mostly I learned what I didn’t want or need and which was what almost everyone was doing there – making records that were more about sound than about music and copying the latest hits.

I did not want to depend on machinery like that or the business people to grant the access to it.
So I was on my own, knowing what I knew and doing what I did. Getting it right at the source had been the paramount lesson I learned, so over the years I invested in some top of the line vintage microphones and instruments and mostly movable recording equipment. Quite a compact set-up but enough to serve my relatively simple needs for making good quality guerilla productions in concert venues, barns, churches, bars, gardens, caves, and at home.

Not to say there weren’t any good people around me with valuable advice, facilities, goodwill and expertise. There were, and there still are, and I feel very grateful towards every one of them who helped my music along. When the stars align and possibilities arise I look forward to hooking up with some of them again. Being an indie act brings a lot of freedom but it can get pretty lonely and I have fond memories of some great collaborations.

Anyway, fast forward to 2024, when I find myself on holiday in Spain and in Greece with a head full of songs, a guitar, a field recorder and some microphones. Just to have it handy for some sonic souvenirs and writing demos, I set it up in a good sounding room with a panoramic view and start playing just for fun. The songs flow one into another, recording and writing go on for about a week and I find that feeling where everything falls into place, sound, moment, mood, acoustics, atmosphere and whatever an inspiring recording is made of.

Recording in 32 bit float mode with some high dynamic range mics meant I didn’t have to worry about levels, peaks, distortion etc. too much, so I played and sang like I do live and forgot about technical stuff. Just enjoying the playing and the songs with the view and acoustics of the room  made it a unique and different experience for me once again. This bunch of songs is tied together by all those factors and now will find a way into the world as an album called ‘Camino Wayside’.

The wonder of it is, you couldn’t get there if you planned it, it’s made of chance, circumstance, providence, inspiration, receptivity, and a few efforts and skills you learned along the way. 
Working on these tracks through the fall season and trading in all sense of perspective, then comes the time to wrap it up and let it go, trying not to have too many expectations, probably the hardest part.

But in the end putting music in the world is a miracle, a true blessing, and its own reward.

AV, October 2024.

Mr Neumann & Old '56

misc.press quotes

Press quotes US/UK/CAN

Having roots rock artists coming from all over the world is not an uncommon thing these days. The problem quite a few of these artists usually have is the deep understanding of the musical sources they are using. 

Yet, when they do reach that understanding, they can come up with some outstanding music. When they do so, it is often because they don’t stick strictly to the cannons of folk, country or rock, but mix those elements freely, adding touches of pop or their native background to the mix to come up with something truly interesting. 

That is exactly what Ad Vanderveen, native of Amsterdam, Netherlands has been doing for the last 15 years of his career.
Sure, Vanderveen takes cues from such greats as Bob Dylan and Neil Young, but obviously feels no genre restrictions when he’s making his music, drifting freely between country, folk and rock.
(Rock At Night – by Ljubinko Zivkovic)

—————————

The beauty of Ad Vanderveen’s artistry is it never feels like he is out of his depth musically. No matter what influences he incorporates, Vanderveen is firmly at the helm. And that is the true genius of this record.
(Screen Legion, US – by Spencer Elliott)

——————————

Folk troubadour Ad Vanderveen sings songs of the human condition with a wistful lilt and a perceptive voice. Culled from the preeminent folk influences of the 20th century, his tracks are heartfelt, vulnerable, and have an unfettered sense of sincerity and real-world exposition.

Vanderveen again proves his folk chops by writing a welcoming album that brings you to that home on the range. On this effort, he seems to have coalesced more of a signature sound relying less on the tropes of his forebears while still honouring the lineage. 
(Music-News, UK- By Jon C. Ireson)

———————————

Superbly wrought, mirroring the exquisite aromas of Bob Dylan and Neil Young – a monumental work of art.
(Tattoo US – by Randall Radic)

———————————-

For most of this LP Vanderveen simply contents himself with majestic acoustic guitar sounds, so perspicuous in their tracking and manifestation they’re a delight to hear without any vocals whatsoever—although vocals certainly enrich them.
(Breaking and Entering, US – by Duece)

———————————-

A beautifully thought out record that pulls on the heartstrings when necessary, but overall is a warm and inviting listen. His vocals are able to portray the emotion in the lyrics with ease and because of his years of songwriting, he knows when a track needs to hold back or let loose a little. A lovely listen.
(Vinyl Chapters, US)

——————————-

With a legacy that’s easily traced back some 35 years, Ad Vanderveen has earned a reputation amongst his knowing devotees as an excellent and articulate journeyman, a man whose meditative musings find him respected on both sides of the folks/roots divide. Born in Holland but partly of Canadian heritage, his music transcends any singular tradition courtesy of his deeply melodious music, his deft instrumental interplay and a rich, resonant vocal.
(Goldmine, US – by Lee Zimmerman)

—————————————

Ad Vanderveen’s reflective musings give his songs a quiet charm that’s all but irresistible, one reason his work makes him the absolute epitome of an accomplished acoustic bard whose tools of the trade come in the form of a guitar, a melodious voice and a songs flush with heartfelt sentiment.
(No Depression, US – by Lee Zimmerman)

—————

Ad Vanderveen is Dutch. He lives in Amsterdam. And he sounds like a guy who has spent his life wandering around coffee shops in Madison. The accent probably comes from his Canadian parents (though I still think he sounds American, if possibly North Woods), and the music mainlines from 60s Neil Young.

These almost-acoustic pieces are enhanced by an electric lead guitar that often provides a melodic counterpoint to Vanderveen’s vocals. That, too, is a Young trademark, though Vanderveen’s playing is much more supple than the ragged wails of his hero.

These songs spin stories that are told both musically and lyrically. All of the pieces dovetail into some truly lovely and arresting climaxes. Vanderveen builds his songs with care and very little wasted motion. These well-oiled pieces satisfy immensely.

I’m always intrigued when sounds come back after spending some time overseas. In this case, Vanderveen’s take on this sound presents very few mutations. The fit with late 60s folk rock is exceptional. And while Vanderveen doesn’t experiment much with his influences, he shows a sure-handed mastery of the material. This is a work of remarkable beauty.

(Aiding and Abetting, US – by Jon Worley)

Talking guitars and beyond

Joyce Brumbaugh is a music lover and writer from Kalamazoo, Michigan.
That’s where two of my Gibson guitars were made around the time I was born.
Joyce is currently putting together a biography of Orville Gibson.
She asked if I wanted to talk about my guitars and music and I was happy to comply.

I’ve been listening to Ad Vanderveen’s music for close to 25 years. Back in 2000-ish, he and Iain Matthews were touring Europe. I had been to several of Iain’s solo shows in the 90s when he was in Michigan. I was also a member of one of his fan sites. It was Iain who put me in ’email’ contact with Ad because we both love Neil Young’s music. Of course, I started buying up his CD’s. I remember each time folding a twenty-dollar bill into a note telling him which album I wanted. Ad was born and raised in the Netherlands, but he had relatives in the Great Lakes region of Canada and often ventured into Michigan. He told me that he would have occasion to use the foreign currency.

Ad is an exceptional guitar player. He’s no slouch on the piano, either. The thing that stands out to me, is that there is as much to listen to in his playing as there is in his lyrics. His voice, his instrumentation and his songwriting are a nicely balanced package. He also knows how to make distortion his bitch. I never tire of it. I’m guessing it’s the unapologetic reverberation that those hollow bodies deliver.

Something else that drew me to his music was that he writes about difficult situations. Though the topics may differ between men and women, that need to feel unencumbered is universal. Several years ago, I found myself in a new and difficult to navigate situation. I put on ‘Wonders of the World’ thinking about how I hadn’t listened to it in a while. I’ll be damned if the first song wasn’t ‘Start a New Life.’ Many of his songs are like guardrails. On a rocky and uncertain path? Listen to him. He’ll tell you his stories.

Ad released a new album this past April called ‘Rise in Love.’ I listened to it for the first time while working on my writing. I particularly like “Can’t Cross Over,” “Good Life,” and “Best for Last.” Like an old friend, I recognized the opening notes of “Forgiveness.” I put my pen down to listen. His songs have held up well over the years and he continues to do good work

Since Ad plays both electric and acoustic Gibsons, I thought I would ask him about them. Here’s what he had to say…

Joyce: I think I’ve asked you this before, is that your mom on “Train?” I smile every time I play that track.

Ad: No, that’s Timon, our guitar player’s young kid who was in the studio. He was yelling and I remember we liked the vibe on the track so we kept it on there.

Joyce: That’s great. I think Timon was channeling my mom when she would yell down the basement stairs at my brothers. There are readers who will take one look at the cover photo of The O’Neils and know exactly what model Gibson you’re playing. For the rest of us, would you tell us about that guitar? How often do you use it on your other material?

Ad: That’s a Les Paul standard. It’s a pretty straight forward off the rack guitar from the early 80s and it has served me well for the loud parts of my music. It’s funny on a studio session in Nashville once they told me it sounded like a Gretsch, which they didn’t know is what I mostly play. I guess that sound is in my head and hands. I put Filtertron pick ups on the Gibson later to make it more compatible with my old Gretsch. For the O’Neils loud garage band stuff, the Les Paul is best. It’s in its case now since the last loud gig more than a year ago, still sweaty and with broken strings and all. I won’t do that anymore and will preserve what is left of my hearing for acoustic stuff. I suppose there will be a place for the Gretsch in the future still, it blends well with acoustic based music.

Joyce: I like your use of distortion on songs like “Crazy Moon.” The effects vary and are not one dimensional. Plus you seem to really lean in to it.  I’m glad you’re taking care of your hearing. A word of caution, if any readers out there play the reprise of “14 turns 41” on their laptop, turn the volume down first. Those tiny speakers won’t know what hit them. What is it that you like about Gibsons? What qualities and features do you look for?

Ad: Yeah for me, if it’s electric I want it to be dirty. I love to improvise that way, forget about time and get a little free and crazy with feedback and all. It gives release to something I can’t express any other way, I guess it’s anger. As a vocalist I’m mellow but with the electric I can scream. I’ve realized at times that the timbre of that tone is like a violin, I love playing with violin and harmonizing with my friend Neil James Morrison on fiddle. It has been one of the pleasures of my life.

Ad and his Gibson J45 Banner.

Speaking acoustics, I’ve gravitated toward Gibsons ever since they gave me an endorsement deal in Nashville in ’91. I got a great deal on a very fancy Jumbo then, which kind of became my starting capital. I’ve traded and owned quite a few guitars since then,  also Martins and some boutique brands. I love the sound of a good Martin in someone else’s hands but for myself Gibsons generally fit better. I once heard a comparison that a Martin is like a grand piano and a Gibson is like an upright. That makes sense, although my Gibsons can take on any Martin, too. I don’t like the thought of being loyal to a brand, guitars are individual. But to illustrate with a little story: once when I was touring in the US with Iain Matthews, my guitar got broken on the flight. So I had to go and get one and realized that not any guitar would do. It’s not simple when you’re a lefty, we went to Guitar Centers and what have you and soundcheck was at 17.00, so at gunpoint I had to decide. With so little time to compare I headed for the Gibson corners. I came away with a nice J185 from a store outside of Philly that I’ve played for 18 years. But this goes to show that Gibson is instinctively my first choice.

Joyce: Do you remember what venue you played in Philly? Back in the mid 90s, I saw Iain at an old brick coffeehouse called ‘The Point’ in Bryn Mawr, a few miles northwest of the city. It was a wonderful place, except they had a blender from hell. The bartenders were considerate enough not to use it during a song, but the second it ended we all knew that blender would go off. It sounded like all the parts and pieces were about to come loose and fly across the room.

Ad: Exactly, that’s the one. I believe it used to be called ‘The Main Point’. I used to listen to bootlegs by Jackson Browne and David Lindley that were recorded there and felt thrilled to play that place. Just across the road was a guitar store called Medley Music where I bought that J185.

Joyce: Do you have a favorite guitar shop that you buy from?

Ad: Not really, I take them where I find them. Being a lefty narrows the choice so I’ve always been alert, sort of. Now I’m covered, I pared down and traded in all very good guitars for 2 really great ones. I also realized there’s less time to wait until instruments age so I got one that’s my age, which is Ol’ ’56. We have a great match. Also I have another ’56 Kalamazoo, it’s an LG 3/4 that I use for high strung Nashville tuning and it sounds terrific. I love the mahogany old Gibson sound, crisp, woody, thumpy and shimmery. How do you describe sound? I love the sound of a good rosewood to listen to, but to play I prefer mahogany.

Joyce: Absolutely. It amazes me what truly creative people can produce from only the basics. As far as sound, I play an Alvarez that has a naturally mellow sound to it. I want strings that are not too tin-y, not too marshmallow-y.

Ad: Well so do you, from what I’ve heard. I thought you’d be playing a Gibson there.

Ol ’56. A Gibson J50.

Joyce: Oh, my goodness. Thank you. My Alvarez is a 1976 that I bought new in 1978 from a local guitar shop. I heard someone else play theirs and thought it was a good tone for my timid voice. Mellow and round-y without any sharp edges. I love it. Orville forgives me, sort of, not really. Maybe I should buy a Gibson before I go out on any speaking engagements for my book. Anyway, tell us about “Ol’ 56?”

Ad: Ol’ 56 is a J50, which is blonde. It’s my go-to for recording and writing, and sometimes I take it out to gigs as well. My main road guitar is a J45, which is sunburst. It is modeled after a 1942 version, sounds great and is easiest for amplified situations.

Joyce: You’ve recorded with a mandola. Many bands go through a mandolin phase. R.E.M., Bill Monroe (I’m joking!). Maybe it suited your vocal range better? Tell us about it.

Ad: I traded in a Guild 12 string for a lefty mandola and banjo and really got to enjoy a discovery trip during the pandemic. I got very pleasantly lost and found on the mandola and it turned into songs. It’s a very inspiring sound and the 5ths tuning led to some surprising changes. Usually, words lead the way for me but I suppose the mandola bedding made things ring differently. But in general, a 6 string acoustic in standard or drop D tuning make my days just fine. It’s amazing how those simple chords and sounds keep bringing magic and continue to fascinate me.

Joyce: That’s an inspiring story. Thank you for that. I would have loved to have attended a show when you opened for Van Morrison. I’ve read that he has long suffered from stage fright. I have as well. I remember seeing him on David Letterman after many years absence from recording. He shook so badly he had trouble holding his guitar. What did you take away from being so close to him and his music?

Ad: As a long time fan, I felt greatly honored to get his personal invitation. I had a great time, it was at an old palace where the royal family used to live and we got to use their old cinema as our dressing room, with all their stuff still laying around there. I met Mr. Morrison briefly in the halls before he went on stage and thanked him. He struck me as being vulnerable and kind. I saw his other side when he scolded his bass player onstage. I think he has a lot of pressure on him, which is what a certain status brings. I felt lucky to travel light and have little machinery to answer to and take care of.

Joyce: Oh, dear. Yes, that kind of scolding is uncomfortable for the audience to witness. I’ve seen it and heard stories of other big-name performers doing that. I’ve read that after your early bands, you hadn’t planned on becoming a vocalist. I want to mention that Nat King Cole hadn’t planned on being a vocalist, either. He had to be talked into it. Is there anything you miss about playing without having to carry any vocals?

Ad: I’m a songwriter-singer, so to speak. I sing because I write and couldn’t depend on others to make my songs come to life. I’ve started enjoying it more and more over the years and couldn’t imagine going without it now. I wish I had someone who could carry my tunes on guitar the way I do myself. That would free me up to play and improvise. It’s a very important and under-estimated role, that of rhythm guitarist. But as for folky acoustic stuff I’m very happy to be self sufficient.

Joyce: What have you been up to lately?

San Sebastian, Spain

Ad: I’m just back from a trip to Spain where I wrote two and recorded ten new songs in all. I had my Gibson LG American Eagle with me, which is my travel guitar. It sounded great recording in a room with a nice ambience and windows all around, one side facing the ocean and the other overlooking the Camino de Santiago. Every day I would look at the pilgrims walking by and talking to some of them it was inevitable that I got a song about that. Now I wonder what I’ll do with this bunch. Part of me wants to put it out as is, but maybe some additions will be made and who knows if a suitable producer would step in it could evolve further.

My problem is that I’m too productive, even though half a year can go by that I don’t write, before I know I find myself with a group of songs that wants to go somewhere. I just have the new Rise In Love album out and took a long time with the recording of that to give some space to the previous one. But the Muse just won’t wait and when it comes knocking I have to answer. So here I am with a new collection that seems to have its own distinct unity and vibe. I try to stretch it because you can’t knock on the same doors too often, people can’t keep track. Going by the timing and dictates of any music business is very discouraging and counter-creative, so I have to remind myself every time why I do this and who for. I don’t expect anyone to keep up,

I do it for the love of it, for myself, and fortunately there’s a small group of dedicated followers. Anyway there’s always a delay before an album materializes so we’ll see what happens.

Joyce: Ah, that’s something you have in common with Neil Young. I’ve heard that if he never writes another word he could still release new material for the next twenty years. I, for one, would like to thank you for not being able to give in to a formulaic process. All that human-ness feeds the soul. It gives our ears lots to listen to and our hearts lots to mull over. I’ll keep an eye out for a tour date near me. Thank you for your time, Ad.

Ad: Thanks for having me Joyce!

___________________________________________________________

Several great song downloads can be played on this site at https://joycebrumbaugh.com/the-oneils/. Throw open the windows and turn it up.

.Ad Vanderveen’s music can be purchased from his website at https://advanderveen.com/store/. You’ll also find a download of his latest album ‘Rise in Love’ at https://advanderveen.bandcamp.com/album/rise-in-love. His music videos are here https://advanderveen.com/video/. Many of his songs are also on YouTube at https://www.youtube.com/@SongsenseMusic .

I’ve recorded two of Ad’s songs, “First Feeling” and “Old Friend,” along with an Iain Matthews song that can be found here https://joycebrumbaugh.com/in-the-studio/

Author website:http://joycebrumbaugh.com

Share this:

Rise In Love NL press quotes

Rise In Love NL press quotes

“Het nieuwe studioalbum van Ad Vanderveen heet Rise In Love, een woordspeling op en verbetering van Fall In Love. Tien nieuwe songs, bijna veertig minuten lang, muziek waarover is nagedacht. Mooie arrangementen, hechte band. En hij bewaart het beste voor het laatst.
Hoop kenmerkt de positieve toon. De liefde komt aan bod in alle toonaarden, facetten, aspecten, fasen en absolute wetteloosheid. En weer ziet Vanderveen af van promotie, marketing, blabla en de rest. ‘De plaat kan het beste voor zichzelf spreken en de rest laten we over aan de natuurwetten van aantrekking.’
Juweeltjes? ‘Good Life’, iets weemoedig en droef en vooral beklijvend door een tekst die in korte zinnetjes bijt en troost; de mellotron in ‘Can’t Cross Over, ‘What Is It’, waarin schoonheid in gebrokenheid wordt gevierd en ‘Forgiveness’. “
(Nederlands Dagblad, Juli 2024)

“RISE IN LOVE is het tegenovergestelde van fall in love al zijn de uitdrukkingen paradoxaal genoeg ook verwant aan elkaar. Het titelnummer van Ad Vanderveens nieuwste worp gaat over het spirituele proces dat liefde kan doorlopen van persoonlijke relatie tot een universeel bewustzijn. Het is qua melodieën en warmbloedige sfeer beslist een van de prijsnummers. Wat songschrijven betreft weet hij na ruim dertig albums dan ook wel van de hoed en de rand.” 
(Heaven Magazine, Juni 2024)

“Net als zijn helden Neil Young en Bob Dylan, houdt ook onze Nederlandse trots Ad Vanderveen zich niet aan de algemeen geldende muziekwetten. Dat leidt ertoe dat hij inmiddels al meer dan dertig albums heeft uitgebracht. Nu is er Rise In Love. Het geheel doet, qua geluid, soms denken aan de hoogtijdagen van Buffalo Springfield. Hoe dan ook, Rise In Love is een prachtplaat en een welkome aanvulling op het imposante oeuvre van de zwaar onderschatte Ad Vanderveen.”
(Sugar Mountain, Juni 2024)

“Rise In Love is wat mij betreft een van Vanderveen’s betere platen van de laatste 15 jaar. Lekker los, zoals Young met zijn Crazy Horse- en Nelson vrienden bezig kan zijn in een oude schuur. De titelsong is een van de krachtigste melodieuze rockers die Vanderveen geschreven heeft.”
(Lust For Life Magazine, Juni 2024)

“Op zijn bij benadering 34 e studio-album slaat singer-songwriter Ad Vanderveen een andere toon aan dan op een aantal vorige. In zijn tien traditioneel zelfgeschreven songs spelen invloeden uit de klassieke pop onverwacht een grote rol. Strijkers zorgen voor sterke popinvloeden, ze geven de songs een voor Vanderveen ongekende romigheid. Zijn weemoedige teksten worden erdoor ingebed en verzoet, waardoor je er beter naar moet luisteren.”
(Kippenvel, Mei 2024)

“Na het korte Homesick is het in het bluesy Forgiveness weer genieten van het gitaarspel en de harmonieën. Ad Vanderveen heeft het beste voor het laatst bewaard. De titel Best For Last dekt dan ook de lading. Een ruim 6 minuten durend fraai geïnstrumenteerde en heel mooi gezongen song. Conclusie:
Ad Vanderveen blijft mooie albums afleveren. Ook op ‘Rise In Love’ is het weer volop genieten.”
(Bluestown, Mei 2024)

“Behalve de prachtige titeltrack staan er heel veel mooie ingetogen juweeltjes op dit buitengewoon sfeervolle nieuwe album met schitterende ballads veelal over matters of the heart.”
(Lucky Dice, Mei 2024)

Vanderveen schrijft dan wel persoonlijke- of autobiografische songs, maar er zit altijd wel een algemene of veralgemeniserende boodschap achter.
Muzikaal is het album afwisselender dan de voorgaande albums. Pure Americana rock – Why wonder why – gaat vergezeld van akoestische ballads – Good life –  en wat daar tussen zit: folk, country, pop. Fraai is ook het wat ongebruikelijke Where does love belong gespeeld op piano, met subtiele klanken uit pedal steel, elektrisch gitaar, mellotron en fraaie tweestemmige vocalen. Een schijfje om vaker te draaien.
(New Folk Sounds, Juli 2024)